Wanneer mag je afwijken van de wettelijk voorgeschreven onderwijstijd?

De onderwijswetging is streng, alle kinderen moeten een minimum aantal uren onderwijs krijgen op school. Soms doet zich een situatie voor waardoor een kind  tijdelijk of gedeeltelijk niet naar school kan, wegens psychische of lichamelijke beperkingen. Dan is het mogelijk een op maat gemaakt onderwijsprogramma aan te bieden en af te wijken van het minimumaantal uren onderwijstijd.

Variawet en beleidsregel

In de per 1 augustus 2018 in werking getreden Variawet is deze mogelijkheid opgenomen, waarbij instemming nodig is van de inspectie.  In een beleidsregel heeft de inspectie precies aangegeven onder welke voorwaarden afwijking van de onderwijstijd is toegestaan.

Vier categorieën

De inspectie noemt vier categorieën van situaties waarbij het voor kan komen dat een leerling structureel niet deelneemt aan het onderwijs van de groep of klas waarin de leerling zit:

  1. Wegens noodzakelijke behandeling ter ondersteuning van het onderwijs aan een leerling in het SO;
  2. Wegens noodzakelijke medisch of paramedisch geïndiceerde behandeling of als gevolg van een ziekte die belet dat de leerling de volle schooltijd aanwezig blijft of blijft deelnemen aan het voor hem bestemde onderwijs (PO en VO);
  3. Wegens noodzakelijke behandeling van een leerling die onderwijs volgt op een school als bedoeld in artikel 71b van de WEC (gesloten instellingen en residentiële instellingen);
  4. Andere situatie dan onder a, b c (restcategorie).

Geen aanvraag nodig

Voor de categorieën a, b c is geen aanvraag nodig.  Zo geldt voor leerlingen die ziek zijn een vrijstelling van de verplichting de school te bezoeken op grond van de Leerplichtwet

Wel aanvraag nodig bij de restcategorie

Bij de restcategorie kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een leerling die weinig prikkels aankan en daardoor niet hele dagen naar school kan. In de aanvraag moet staan voor hoeveel uren per week en gedurende welke periode de afwijking wordt aangevraagd. Ook moet de aanvraag goed worden onderbouwd. Dit dient te gebeuren in het ontwikkelingsperspectief (opp). Hierin wordt onder andere vastgelegd welk onderwijsprogramma de leerling op school volgt en welk onderwijs en/of welke ondersteuning aan de leerling wordt geboden gedurende de uren dat deze niet op school is. Daarnaast wordt aangegeven hoe de leerling weer toegroeit naar zo mogelijk het volledig aantal uren onderwijs op school.

In het opp moet staan dat de afwijking volgens deskundigen (een orthopedagoog, een psycholoog, een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een kinderpsychiater, een maatschappelijk werker of een arts) noodzakelijk is. In het speciaal onderwijs is dat de commissie voor begeleiding of de commissie van onderzoek.

Toestemming ouders noodzakelijk

Ouders moeten instemmen met het aanvragen van de afwijking van de onderwijstijd en een school zal dit aan moeten kunnen tonen. Dit kan bijvoorbeeld door het opnemen van de aanpassing onderwijstijd in het  handelingsdeel van het opp, welke door ouders voor akkoord is ondertekend.

Tijdig aanvragen

Vraag de gewenste afwijking tijdig aan, omdat er anders sprake zal zijn van ongeoorloofd verzuim van de leerling. De aanvraag kan worden ingediend via het Internet Schooldossier (ISD) en op de aanvraag wordt binnen 8 weken beslist. In de tussentijd mag wel alvast worden begonnen met het bieden van maatwerk.

Geldigheidsduur

De instemming geldt voor het lopende schooljaar. De situatie van de leerling wordt vervolgens geëvalueerd in het opp. In beginsel moet een leerling in dat schooljaar weer het volledige onderwijsprogramma kunnen gaan volgen. Wanneer dat niet lukt, moet er voor het volgend schooljaar een nieuwe aanvraag worden gedaan, waarbij extra motivering nodig is.

Wilt u meer weten over regelgeving over de afwijking van onderwijstijd? Of  bent u het niet eens met een beslissing op een gedane aanvraag? Neem dan contact op met ons kantoor door te mailen naar info@hendrikxadvocaten.nl of te bellen naar 0297 – 250018.

Siep van der Galiën

Siep is al meer dan 25 jaar werkzaam in de juridische praktijk, waarvan het grootste deel als advocaat. Hij is voornamelijk werkzaam voor onderwijsinstellingen op alle juridische terreinen waar ze mee te maken kunnen krijgen. Dit betreft onder meer arbeidsrechtelijke, reorganisatie- en medezeggenschapskwesties, leerlingzaken, huisvestingsvraagstukken en privacy kwesties. Deze brede oriëntatie maakt Siep een bijzonder geschikte sparringpartner voor zowel bestuurders als HRM-medewerkers.
Bel ons gerust!