Vaak woont een kind na een scheiding bij één van de ouders (verzorgende ouder). Met de andere ouder heeft het kind dan een omgangsregeling (niet-verzorgende ouder). In deze situatie betaalt in principe de niet-verzorgende ouder kinderalimentatie aan de verzorgende-ouder. Echter, kan de verzorgende ouder ook gehouden worden om kinderalimentatie aan de niet-verzorgende ouder te betalen?
Kwestie bij de Rechtbank Midden-Nederland
Door de Rechtbank Midden-Nederland is deze vraag bevestigend beantwoord. In de kwestie die aan de rechtbank werd voorgelegd, hadden partijen een relatie gehad en samen een kind gekregen. Zij kwamen overeen dat het kind na het verbreken van de relatie bij de vader zou gaan wonen.
In deze kwestie is de vader dus de verzorgende ouder en de moeder de niet-verzorgende ouder. In de meeste gevallen zou de moeder dan maandelijks kinderalimentatie aan de vader gaan betalen. Echter, in deze situatie lag het anders en wel om het volgende. De moeder ontving namelijk een inkomen onder bijstandsniveau, waardoor haar draagkracht maar € 25,00 per maand was. Dit kwam er ook op neer dat de moeder niet in staat was om de zorgkosten van het kind te betalen op de dagen dat het kind bij de moeder verbleef.
Vanuit de gedachte dat het kind de mogelijkheid moet hebben om contact te hebben met beide ouders en financiële tekorten dit niet zouden mogen dwarsbomen, bepaalde de rechtbank dat de vader kinderalimentatie aan de moeder moet betalen voor de dagen dat het kind bij de moeder verblijft. De vader had namelijk wel voldoende draagkracht (€ 837,00 per maand). Op deze manier had de moeder voldoende financiële middelen om voor het kind te zorgen op haar zorgdagen.
Hoe werd de hoogte van de kinderalimentatie vastgesteld?
Nadat de rechtbank had geoordeeld dat de moeder een bijdrage ter zake kinderalimentatie van de vader zou ontvangen, moest worden vastgesteld hoe hoog dit bedrag zou zijn. Dit werd gedaan aan de hand van de hoogte van de zorgkorting. De zorgkorting is een percentage van de behoefte van het kind dat in mindering wordt gebracht op de hoogte van de kinderalimentatie. In principe kunnen niet-verzorgende ouders deze zorgkorting verzilveren. Hierbij geldt; des te meer zorgdagen, des te hoger de zorgkorting. Dit is omdat de ouder op de zorgdagen zelf al de kosten van de kinderen heeft.
In de kwestie bij de rechtbank was de behoefte van het kind € 473,00 per maand. De rechtbank hield rekening met een zorgkorting van 15%. Hierdoor kon de zorgkorting worden vastgesteld op een bedrag van (15% van € 473,00) € 71,00 per maand. Omdat de moeder, als niet-verzorgende ouder, enkel kinderalimentatie nodig had om de kosten van het kind op haar zorgdagen te kunnen betalen, zocht de rechtbank aansluiting bij de hoogte van zorgkorting.
Zoals gezegd had de moeder een eigen draagkracht van € 25,00 per maand. Dit betekent dat zij nog (€ 71,00 – € 25,00) € 46,00 per maand nodig heeft om de zorgkosten van het kind op haar zorgdagen te kunnen voldoen. De rechtbank oordeelde dat de vader dit bedrag als kinderalimentatie aan de moeder moest betalen.
Gevolgen van de uitspraak
Ondanks de gebruikelijke gang van zaken, waarin de niet-verzorgende ouder kinderalimentatie betaalt aan de verzorgende ouder, bestaan hier dus uitzonderingen op indien de niet-verzorgende ouder onvoldoende draagkracht heeft om de zorgkosten van het kind te voldoen op zijn of haar zorgdagen. Op deze manier heeft een kind de mogelijkheid om contact te hebben met beide ouders, zonder dat dit belemmerd wordt door onvoldoende financiële middelen.
Contact met Hendrikx Advocaten?
Ben jij of zijn jullie voornemens te gaan scheiden? Of wens jij een (her)berekening voor de kinderalimentatie op te stellen? Neem dan contact op met Hendrikx Advocaten voor een vrijblijvend gesprek met onze personen- en familierecht advocaat-mediator Michelle Roobeek of juridisch medewerker Rosanne Potma.
Block "michelle-2" not found