De onderwijsinspectie is langs de acht middelbare scholen geweest die onder de Stichting voor Persoonlijk Onderwijs (SvPO) vallen, om hier de kwaliteit van het onderwijs en het financieel beheer te onderzoeken. Dat onderzoek resulteerde in acht kwaliteitsrapporten en acht financiële rapporten. Drie van deze scholen werden als zeer zwak beoordeeld. SvPO vindt dat de rapporten ondeugdelijk gemotiveerde conclusies bevatten, volledigheid missen en niet zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De onderwijsstichting vreest dat door openbaarmaking zij schade op zal lopen en heeft de voorzieningenrechter gevraagd openbaarmaking te verbieden.
Standpunt van de SvPO
De onderwijsstichting richt zich vooral op de inhoud van de rapporten. Dit tevergeefs. De voorzieningenrechter geeft aan in het kader van de spoedprocedure niet de inhoud te zullen beoordelen. De afweging die hier centraal stond was dan ook enerzijds het belang van de openbaarmaking door de onderwijsinspectie en anderzijds het belang van de SvPO bij de opschorting van de publicatie.
Zwaarwegende belang van openbaarheid
De voorzieningenrechter heeft een afweging gemaakt en heeft geoordeeld in het voordeel van de onderwijsinspectie. Hierin is de wettelijke verplichting van de inspectie meegewogen om rapporten te openbaren. Deze wettelijke verplichting heeft als uitgangspunt transparantie, ook al kan dat nadelig uitpakken voor een school. Deze transparantie sluit aan op de vergroting van zelfstandigheid van scholen, maar helpt ook de ouders en leerlingen om een verantwoorde schoolkeuze te maken.
Ook betrekt de voorzieningenrechter in zijn oordeel het feit dat de kwaliteitsinspectie bij vijf scholen voldoende was, waardoor de nadelige gevolgen van publicatie beperkt zijn. Tevens zijn er in de wet wel waarborgen te vinden tegen deze grote nadelige gevolgen, zoals het reageren op het concept-rapport. Deze reactie kan – indien wenselijk – bij het definitieve rapport worden toegevoegd. Het concept-rapport wordt nog niet geopenbaard.
Wat te doen als rapporten onderwijsinspectie niet kloppen
In de Wet op het onderwijstoezicht (WOT) heeft de onderwijsinspectie vergaande bevoegdheden gekregen voor wat betreft de naleving van de onderwijswetgeving en het toezien op de kwaliteit van het onderwijs. Hierin zijn echter ook de nodige waarborgen opgenomen voor de scholen. Zo krijg je als onderwijsinstelling altijd eerst het ontwerp van het rapport en is overleg mogelijk. Ook kan de zienswijze van de onderwijsinstelling bij het rapport worden gevoegd.
Maak daarom altijd gebruik van het overleg, wanneer er onjuistheden in het rapport staan. Wanneer je bijvoorbeeld aan kunt tonen dat iets feitelijk niet klopt, zal dat aangepast kunnen worden. Als de onderwijsinspectie daartoe niet bereid is, kun je eventueel proberen dit in kort geding aan te kaarten, maar dan moeten er wel aantoonbare feitelijke onjuistheden in het rapport staan. Lastiger wordt het om een oordeel van de onderwijsinspectie te wijzigen. Ga daar wel het overleg over aan en wanneer je het niet eens wordt, maak dan gebruik van het opnemen van je zienswijze in het rapport. Dat kun je dan in een later stadium ook gebruiken in je eigen communicatie.
Wanneer de onderwijsinspectie het onderwijs als zeer zwak beoordeelt, is dat een besluit waartegen bezwaar en beroep mogelijk is. Deze uitspraak leert dat openbaarmaking daarmee niet wordt tegengehouden, maar wel is het soms zinvol van deze mogelijkheid gebruik te maken, omdat in een later stadium de zaak wel inhoudelijk zal worden beoordeeld en het oordeel zeer zwak wellicht alsnog aangepast moet worden.
Contact met Hendrikx Advocaten?
Wij kunnen helpen bij het beoordelen van de vraag of en welke zinvolle actie mogelijk is bij een rapport waar de onderwijsinstelling het niet mee eens is. Aarzel daarom niet in een dergelijk geval contact met ons te zoeken, de belangen zijn immers groot. Neem contact op met Hendrikx Advocaten voor een vrijblijvend gesprek met onze onderwijsrechtspecialisten Rob Hendrikx, Siep van der Galiën of Dewy Kluft via 0297 – 25 00 18 of info@hendrikxadvocaten.nl .