Zo leidt wijziging in leerlingenaantal tot salariswijziging voor een bestuurder van een onderwijsinstelling

Hendrikx Advocaten al jaren de beste in het onderwijsrecht voor schoolinstellingen

Het salaris van de bestuurder van een onderwijsinstelling is afhankelijk van het aantal leerlingen van de onderwijsinstelling. Hoe meer leerlingen, hoe hoger het salaris. Maar wat gebeurt er wanneer het leerlingenaantal van de onderwijsinstelling daalt? Kan het salaris van de betreffende bestuurder in een dergelijk geval zonder meer worden gewijzigd? 

In het kort 

  • Het leerlingenaantal van een onderwijsinstelling is van invloed op het aantal complexiteitspunten en daarmee mogelijk op de indeling van de klassen in het kader van de Wet Normering Topinkomens (WNT). 
  • Als een wijziging in leerlingenaantal betekent dat de onderwijsinstelling wordt ingedeeld in een lagere klasse, waaraan een lager bezoldigingsmaximum is toegekend, betekent dit dat het salaris van de bestuurder verlaagd dient te worden. 
  • In deze situatie geldt overgangsrecht op grond van de WNT. Het salaris van de bestuurder hoeft hierdoor niet direct aangepast te worden. 

Het salaris van een bestuurder sluit aan bij de WNT-functieklassenindeling 

Het salaris van de bestuurders van bijzondere dan wel openbare scholen in het primair en voortgezet onderwijs wordt vastgesteld aan de hand van salaristabellen die zijn opgenomen in de toepasselijke cao (de cao Bestuurders Funderend Onderwijs 2022). Voor de indeling van deze salarisschalen is aansluiting gezocht bij de functieklassenindeling (A t/m G) die Ministerie van OCW heeft vastgesteld in het kader van de Wet Normering Topinkomens (WNT).  

De WNT regelt hoeveel topfunctionarissen in de (semi)publieke sector maximaal mogen verdienen. 

Het doel van de WNT is bovenmatige beloningen en ontslagvergoedingen bij deze instellingen tegen te gaan. De WNT grijpt dus direct in de dienstverbanden van topfunctionarissen in, zoals bijvoorbeeld bij directeur-bestuurders van onderwijsinstellingen.  

De klassenindeling is gebaseerd op complexiteitspunten, per klasse is er een salarismaximum 

Op grond van de WNT kunnen verschillende rechtspersonen en organisaties, waaronder onderwijsinstellingen, worden ingedeeld in klassen. De indeling van de verschillende klassen wordt bepaald aan de hand van zogenoemde complexiteitspunten. Het aantal complexiteitspunten wat een instelling heeft, bepaalt in welke klasse de instelling wordt ingedeeld. De hoeveelheid complexiteitspunten wordt gebaseerd op verschillende gegevens van de instelling, waaronder het aantal leerlingen. 

Aan iedere klasse is een bezoldigingsmaximum verbonden. 

Complexiteitspunten kunnen wijzigen 

Het kan voorkomen dat één of meer gegevens van de instelling, bijvoorbeeld het aantal leerlingen, wijzigt. Dit kan tot gevolg hebben dat het aantal complexiteitspunten verandert. Een dergelijke verandering heeft mogelijk tot gevolg dat de onderwijsinstelling in een lagere klasse terecht komt. Indien de huidige bezoldiging van de bestuurder het bezoldigingsmaximum van de nieuwe klasse overstijgt, wordt er in beginsel te veel betaald en zal het salaris moeten worden aangepast naar het bezoldigingsmaximum van de nieuwe klasse. Dit kan voor een bestuurder dus vervelend uitpakken. 

Bij wijziging in complexiteitspunten geldt overgangsrecht voor salariswijzigingen 

Er geldt in deze situatie overgangsrecht op grond van de WNT, waardoor de bezoldiging van de bestuurder niet direct hoeft te worden verlaagd.  

De wijziging van de klassenindeling gaat pas in met ingang van 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar. Dit betekent dat indien het leerlingenaantal bijvoorbeeld in 2022 is gewijzigd, deze wijziging pas per 1 januari 2023 geldt. Verder is bepaald dat de bestaande bezoldigingsafspraken voor een termijn van maximaal vier jaar nadat de gewijzigde klassenindeling ingaat (dus bijvoorbeeld per 1 januari 2023), worden gerespecteerd. Dit wordt ook wel de gedoogperiode genoemd. 

Na periode van vier jaar geldt een afbouwregeling. 

Er wordt in drie jaar afgebouwd naar de nieuwe bezoldiging.   

In het eerste jaar bedraagt de verlaging 1/4e deel van het verschil tussen de nieuwe en oude bezoldiging. In het tweede jaar bedraagt de verlaging 1/3e deel van het verschil tussen de bezoldiging uit het eerste jaar en het huidige maximum. In het derde, laatste, jaar bedraagt de verlaging 1/2e deel van het verschil tussen de bezoldiging uit het tweede jaar en het huidige maximum. 

 

 

Bernice Nonnekes

Ik help eigenaren en managers van bedrijven in de Ronde Venen e.o. met praktische en snelle oplossingen bij onvoldoende functionerende werknemers, ziekte en ontslag, zodat zij zich gerustgesteld kunnen concentreren op hun business.