Wanneer partners en tevens ouders uit elkaar gaan, hebben zij beide recht op omgang met zijn of haar kind(-eren). In dit artikel leggen we uit wat een omgangsregeling voor kinderen inhoudt en geven we drie voorbeelden uit de praktijk.
Omgangsregeling
Wanneer ouders gaan scheiden dient er een omgangsregeling te worden opgesteld die in het ouderschapsplan moet worden opgenomen. Deze omgangsregeling omvat afspraken tussen ouders omtrent het contact tussen hen en de kinderen.
Er wordt vastgelegd wanneer en met welke frequentie het kind bij zijn vader en zijn moeder verblijft. Maar de regeling heeft ook betrekking op vragen als:
- wanneer de kinderen in de schoolvakanties bij welke ouder zijn en voor hoelang;
- welke ouder de kinderen haalt of brengt naar de andere ouder of welke feestdag de kinderen bij welke ouder zijn.
In de praktijk is elke omgangsregeling verschillend. Vele omgangsregelingen lijken op elkaar, maar het hangt van de ouders en de kinderen af hoe zij de omgangsregeling het liefste zien.
Voorbeeld 1: elke veertien dagen
Een veelvoorkomende omgangsregeling is dat de kinderen gedurende een weekend om de veertien dagen bij de ‘niet-inwonende’ ouder verblijven. Vaak zijn de kinderen dan ook gedurende de helft van de schoolvakanties bij deze ouder en worden de feestdagen eerlijk verdeeld. De omgangsregeling wordt soms uitgebreid met een doordeweekse dag waarbij de kinderen bij de niet-inwonende ouder verblijven.
Deze omgangsregeling geldt meestal voor kinderen tussen de 3 en 16 jaar oud. Voor kinderen onder de 3 jaar is deze omgangsregeling niet weggelegd omdat het belangrijk is dat kinderen zich in hun eerste levensjaren kunnen hechten aan beide ouders. De ideale omgangsregeling bij kinderen tot 3 jaar is om vaak contact te hebben met de ouders, bijvoorbeeld dagelijks of om de andere dag.
Voorbeeld 2: ook doordeweeks bij niet-inwonende ouder
Een andere omgangsregeling is gebaseerd op het eerste voorbeeld maar het verschil is dat de niet-inwonende ouder uiteindelijk meer omgang krijgt met zijn of haar kinderen.
Deze omgangsregeling is ongeveer hetzelfde als de omgangsregeling uit voorbeeld 1, maar de kinderen verblijven in dit voorbeeld ook op doordeweekse dagen bij een van hun ouders (waar ze die nacht daar ook slapen).
Met deze omgangsregeling wordt voorkomen dat er een situatie van een weekendouder ontstaat, bijvoorbeeld dat kinderen alleen leuke dingen doen in het weekend bij de niet-inwonende ouder – zoals in voorbeeld 1.
Voorbeeld 3: co-ouderschap
Het laatste voorbeeld van een omgangsregeling, is het zogenaamde co-ouderschap. Deze omgangsregeling houdt in dat de kinderen twee verblijfplaatsen hebben, namelijk bij de vader en bij de moeder.
Omdat de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse opvoeding en verzorging bij deze omgangsregeling gezamenlijk wordt gedragen en er geen sprake is van een verblijfplaats en bezoekadres, wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de ‘inwonende’ ouder en de ‘niet-inwonende’ ouder.
De omgangsregeling beoogt dat de kinderen één hele week bij de vader en één hele week bij de moeder verblijven. De kinderen zullen in principe één vast moment in de week hebben waarbij zij zich van de ene naar de andere ouder zullen verplaatsen.
Contact met een personen- en familierecht advocaat in Mijdrecht
Hebt u vragen over dit artikel? Of zit u in een situatie waar een omgangsregeling voor kinderen moet worden opgesteld? Neem dan
contact op met een familierechtadvocaat van Hendrikx Advocaten.